Veel, meer, meest

Veel, meer, meest

Ieder jaar in Bordeaux is bijzonder en dat komt omdat de weersomstandigheden nooit hetzelfde zijn. Dit geeft ieder oogstjaar zijn eigen, specifieke karakteristieken, die het karakter bepalen van de wijnen uit het jaar. Natuurlijk bezitten al die wijnen, ieder jaar weer, een duidelijk bordeauxkarakter, maar zijn ze toch steeds weer verschillend. De extremen worden bepaald door koele jaren (die steeds minder vaak voorkomen, hoewel 2021 in die hoek te plaatsen is), natte jaren, droge jaren, warme jaren en combinaties hiervan. Droge jaren zijn vaak goede jaren. Maar té droog en zeker in combinatie met warmte, kan een goede rijping in de weg zitten (de rijping van de druiven blokkeert door droogtestress in de wijnstok). 2022 was zo’n warm en droog jaar en er werden zelfs meerdere warmterecords gebroken. Bovendien lag de totale neerslag ver onder het 30-jarige gemiddelde. Zou dan een herhaling van een enigszins mislukt jaar als 2003 aan de orde zijn? Zo niet, dan bezit 2022 toch op zijn minst alle karakteristieken van een warmtejaar… toch? Nee, alles behalve dat en dit laat maar weer eens zien dat écht geen jaar in Bordeaux hetzelfde is.


Tijdens alle chateaubezoeken die wij in de laatste week van april aflegden, ging het hierover; de grote paradox van het jaar 2022. Hoe was het mogelijk dat een dergelijk warm en droog jaar zulke aromatische, gebalanceerde en zelfs frisse en soms delicate wijnen heeft voortgebracht? Er kwam niet een heel eenduidig antwoord op, maar toch proberen we met onze analyse te komen. De reflectie die we het meest kregen over het jaar was dat “de wijnstok zich voorbeeldig aan de extreme omstandigheden heeft weten aan te passen”. Hierop werd regelmatig aangevuld dat de eerste hittegolf al heel vroeg in het jaar was, in mei. Ten eerste zijn de dagen dan nog korter en is de zon minder hevig. Zoals een wijnmaker ons zei: “Als je vroeg in het jaar al gaat zonnen, verbrand je minder erg en went je huid. In de zomermaanden verbrand je dan ook minder snel.” Kortom, doordat de eerste hittegolf heel vroeg kwam, ging de wijnstok al vroeg in een soort van overlevingsstand waardoor hij voorzichtiger met zijn waterreserves omging, minder blad liet groeien en beter bestand was tegen de droogte. Dat was ook echt een kenmerk van het jaar: de wijnstok groeide minder hevig dan gebruikelijk.


Daarnaast waren er nog twee belangrijke factoren. Zo viel er weinig regen, maar wel op belangrijke momenten.  Bijna in geheel Bordeaux was er een goede dosis neerslag in juni, waardoor de wijngaard weer even op adem kwam en ook in augustus en september waren er bescheiden, maar goed getimede buitjes. En als laatste factor gaat men – bijvoorbeeld in vergelijking met 2003 – totaal anders om met de wijngaard. Zo wordt er minder geploegd, wat zorgt voor minder verdamping van vocht uit de grond, en laat men meer gewassen groeien tussen de wijnranken. Je zou denken dat dit concurrentie oplevert, maar het leidt vooral tot meer bodemleven en een luchtigere grond. Regen die valt, dringt dan dieper de grond in. Bovendien zorgen de gewassen voor schaduw en koelte van de toplaag van de grond. Een wijnmaker vertelde ons dat ze dit jaar de temperatuur gemeten hadden op een begroeid stuk en een geploegd stuk. Het verschil in temperatuur was maar liefst 10˚C! Op het moment van echte droogte, in de zomermaanden, worden gewassen ‘platgelegd’; de grond is dan wel bedekt, maar neemt geen water meer op, waardoor de neerslag die valt direct naar de wijnstok gaat.


Natuurlijk waren de omstandigheden extreem en waren niet alle percelen hiertegen bestand. De meest drainerende bodems hadden het zwaar en ook jonge aanplant, met wortels die onvoldoende diep gaan, kwam onvoldoende aan voeding. Dit bracht met zich mee dat er alsnog geselecteerd moest worden en dat er ook wijnen zijn die uiteindelijk minder interessant zijn. Maar zeker de wijnstokken op de topterroirs, die goede toegang tot waterreserves hadden, bleven tot in oktober in het blad. Het blad bleef zelfs fris en groen, zoals we op foto’s zagen bij Haut-Bailly in Pessac-Léognan. Een opmerkelijk fenomeen, waar veel mensen gedurende de proefweek het met ons over hadden.


Een ander belangrijk punt voor het maken van kwaliteit was de vinificatie. De druiven waren door de omstandigheden klein en compact, met dikke schillen en relatief weinig sap. De zuren, kleurstoffen en tanninen waren flink geconcentreerd. Bij de vinificatie moest daarom worden opgelet dat er  niet te veel extractie zou worden toegepast. Vaak hoorden we het woord ‘infusie’ van de schillen. Er werd minder ‘geremonteerd’ of in ieder geval zacht en voorzichtig en de wekingen waren korter. De vinificatie gebeurde op een lagere temperatuur en men probeerde reductiever te werken (minder invloed van zuurstof). Wijnmakers die dit allemaal goed beheersten, maakten misschien wel de beste wijnen ooit. Wij proefden dit jaar in ieder geval wijnen van een ongekende schoonheid; aromatisch en expressief, met stijlvolle, rijpe tanninen, een ongekende frisheid, zuiver en precies. Opvallend is ook dat de alcoholniveaus niet extreem hoog liggen, maar meestal tussen de 13,5 en 14,5 Vol. procent. Daarnaast kunnen we stellen dat dit warme en droge jaar niet enkel excellente cabernets heeft opgeleverd, maar ook even zo mooie merlots. Onze favorieten vind je dan ook op beide oevers en zelfs in alle appellations. Wat dat aangaat is 2022 niet een ‘jaloers’ jaar.


Het uiteindelijke succes van de komende voorverkoopcampagne zal dan ook niet afhangen van de kwaliteit van de wijnen, maar meer van de prijzen. Met een topkwaliteit, een relatief kleine oogst en gestegen productiekosten, zullen de chateaus hun prijzen graag zien stijgen. Maar met de inflatie, een onzekere markt en een hogere rente dan de laatste jaren zullen met name de Bordelaise handelshuizen (négociants) geen risico willen nemen door het aanhouden van grote voorraden. Bovendien zullen veel eindconsumenten ook voorzichtig zijn. Het worden dus weer zeer boeiende weken, waar wij ons alleen maar op kunnen verheugen.


Ga naar de En Primeur wijnen